Een papagaai die niet kan vliegen
Als je in 1931 het Missiemuseum zou bezoeken, zou je, onder (veel) andere, zijn gewezen op een zeldzame soort. Broeder Berchmans beschreef in zijn rondleiding een ‘grüne, im Aussterben begriffene Eulenpapegai’ (vertaald: ‘groene, met uitsterven bedreigde uilpapagaai’). Het is een onopvallende, maar guitig ogende vogel die hangt in een hoek van de exotische vogelvitrine. Zijn ogen staan onvogelachtig voorop zijn kop en hij heeft een vrij plomp lijf. ‘Uilpapegaai’ lees je op het label. Maar dit beestje is veel bekender onder de naam die hem door de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Zeeland gegeven is: kakapo.
Kakapo is een samenvoegsel van de Maori-woorden voor papegaai (kākā) en nacht (pō). De kakapo is perfect gecamoufleerd voor de dichte bossen van Aotearoa (de traditionele naam van Nieuw-Zeeland) en had weinig te vrezen van roofdieren. De kakapo kan niet vliegen, maar heel goed klimmen, en tiert welig in Nieuw-Zeeland tot de eerste mensen arriveren. Die jagen met hun honden ‘kuri’ op de dieren en jaagden voor hun veren, huid en vlees. Zonder natuurlijke vijanden was de kakapo weerloos in de jacht door mens en dier. Het vlees werd gegeten en de mosgroene veren en huid van de kakapo had vele toepassingen. Het werd onder andere gebruikt om prachtige ‘kahu kakapo’ te maken, een soort mantels, voor de vrouwen en dochters van vooraanstaande Maori-leiders. Ondanks al deze bejaging raakte de soort pas bedreigd met de komst van kolonisators in de 19e-eeuw. Naast honden werd de vogel nu ook bejaagd door meegebrachte roofdieren, zoals katten en hermelijnen. Ook werd de jacht grootschaliger. In enkele oude verslagen is opgetekend dat de dieren te vangen waren door flink aan de boom te schudden waar ze in zaten.
De effecten hiervan zijn nog zeer zichtbaar. Op hun dieptepunt leefden er slechts 51 vogels in het wild. Inmiddels gaat het gelukkig iets beter, maar met 248 individuele kakapo is de soort nog verre van gezond. Er wordt met man en macht gewerkt aan het gezond krijgen van de kakapopopulatie. Onlangs is hierin een mijlpaal bereikt: voor het eerst in bijna 40 jaar zijn er weer wilde kakapo's uitgezet op Nieuw-Zeelands ‘vasteland’, één van de twee grote eilanden waaruit het land bestaat. In eerste instantie zijn dit vier mannetjes, die in een groot omheind gebied gaan uittesten of deze omgeving geschikt is voor een kakapo. Als dat zo blijkt te zijn, komen er misschien weer broedpopulaties van de kakapo op de grote eilanden van Nieuw-Zeeland.
Meer lezen over de bescherming van de kakapo?