Bij binnenkomst in het museum loop je als bezoeker als eerst tegen een grote houten kast aan. De kast is gemaakt ter ere van het 50-jarig jubileum van de SVD in 1925. Het is een imposante kast en bevat allerlei draaiende onderdelen met op alle zijden een verzameling foto's van de missieposten waar de SVD op dat moment actief was. Voor de aanstaande tentoonstelling gebruikt Frederick Calmes deze jubileumkast als uitgangspunt om een nieuwe kast te maken voor het 150-jarig bestaan van de SVD.
De replica van Calmes wordt het koloniale spiegelbeeld van de bestaande kast. Anders dan de wijdverbreidheid van de SVD-missie vieren, geeft de kunstenaar juist aandacht aan de zaken die door missionering zijn uitgewist of verloren gegaan. Het kan gaan om objecten die zijn meegenomen uit hun oorspronkelijke context en worden gepresenteerd in het museum. Of het gaat om gebruiken en immateriële tradities die werden uitgebannen door de kerstening van lokale gemeenschappen. Bezoekers worden aangemoedigd om de kast aan te raken, te openen en de deuren te draaien. Op verkennende wijze leggen zij de uitgewiste kennis en tradities voor zichzelf bloot. De Engelse term “to discover” dekt de onderliggende boodschap van Calmes het best.
Calmes noemt zichzelf een polytheïst. Invloeden van katholicisme en voodoo zijn belangrijke terugkerende elementen in het werk van de kunstenaar. In eerder werk, zoals de altaren, is deze referentie sterk aanwezig. Het gaat daarbij niet zozeer om het altaar als een fysiek object, maar als een middel om spiritualiteit te bevorderen en rituelen als artistieke praktijk te kunnen beoefenen. In die zin sluit het werk van Calmes aan op de visie van de tentoonstelling om de collectie te activeren en tot leven te wekken, in plaats van de objecten te presenteren als levenloos historisch materiaal.